
Energiearmoede is ergst voelbaar buiten de Randstad
16 december 2022 om 08:08 MaatschappelijkWe spreken van energiearmoede wanneer een huishouden onvoldoende toegang heeft tot betaalbare energievoorzieningen in huis. Dit gaat vaak gepaard met lage inkomens, hoge energierekeningen en slechte isolatie van woningen.” Deze omschrijving komt van Marlies Hesselman, docent aan de Rijksuniversiteit Groningen (RUG), die onderzoek deed naar energiearmoede en het recht op energie. Dit roept onder andere de vraag op hoe het momenteel in Nederland is gesteld met de energiearmoede.
LNP
Cijfers, je kunt er soms geen peil op trekken. TNO liet vorig jaar weten dat energiearme huishoudens in Nederland, afhankelijk van de definitie van energiearmoede, gemiddeld tussen 13 en 20 procent van hun inkomen uitgeven aan energie. In andere cijfers wordt uitgegaan van zo’n 10 procent, dus zeg het maar.
Een ander relevant cijfer in dit kader is het aandeel woonlasten, de zogeheten woonquote. Ook hierover doen verschillende getallen de ronde, maar er is een algemeen gehanteerd uitgangspunt dat aangeeft dat je zo’n 30 procent van je maandinkomen kwijt mag zijn aan huur of de hypotheek om nog genoeg geld over te houden voor andere vaste lasten (waaronder energie), leuke dingen en een spaarbuffer. Deze woonquote lag in 2021 volgens het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) voor huurders op gemiddeld 36,3 procent, terwijl huiseigenaren met gemiddeld 23,4 procent een aanzienlijk kleiner deel van hun besteedbaar inkomen kwijt zijn aan wonen.
Maar welke getallen je ook hanteert, in elk geval geldt voor huurders dat ze meer dan de helft van het inkomen kwijt zijn aan woonlasten en energiekosten samen. Want hoe zit het met die energiekosten, de energiequote? Volgens recent onderzoek van Zonneplan geven Nederlandse huishoudens gemiddeld 19,7 procent uit aan de energielasten bij een zogenoemd standaardinkomen van 2791,67 euro gemiddeld. Dat komt neer op 532,34 euro. Oldebroek zit hier met een gemiddelde van 23 procent ruim boven.
Volgens Zonneplan hakken de energiekosten in de gemeente Pekela er met 28,3 procent het stevigst in, terwijl inwoners in Amsterdam en Purmerend er met 13,7 respectievelijk 14,5 procent het meest genadig vanaf komen.
Wie de kaart van Nederland ziet, constateert al snel dat in de Randstad de cijfers veel gunstiger zijn dan in de rest van het land. Inwoners van Drenthe, Friesland en Groningen komen gemiddeld uit op een energiequote van meer dan 22 procent. In Flevoland gaat het daarentegen om ‘slechts’ 15 procent gemiddeld.
Volgens de gegevens uit 2021 van TNO zijn eenpersoonshuishoudens en met name eenoudergezinnen sterk oververtegenwoordigd in de groep energiearme huishoudens. Tevens valt op dat bijna de helft van alle huishoudens in Nederland (48 procent) in een slecht of matig geïsoleerd huis woont, maar daar niet zelf iets aan kan doen. “Dit zijn twee groepen: huurders, omdat zij voor verduurzaming afhankelijk zijn van de verhuurder, en eigenaren van een huis met een relatief lage energetische kwaliteit die het geld niet hebben om daar in te investeren”, aldus TNO.
De vraag of is aan te geven of intussen veel mensen in de financiële penarie zitten kan het Nationaal Instituut voor Budgetvoorlichting (Nibud) niet beantwoorden. Maar dat het snel bergafwaarts gaat, is helder. “In juni verwachtten wij dat een op de drie huishoudens worstelt met rondkomen. In november zagen we dat een op de drie huishoudens betalingsregelingen treft. 42 procent heeft afgelopen jaar te maken gehad met betalingsproblemen. Mensen bellen ons en vertellen dat ze echt niet meer weten hoe ze het moeten bolwerken. Dat maakt impact”, laat een woordvoerder weten.
Betaalbaarheid, duurzaamheid en betrouwbaarheid vormen de meetlat waarlangs politiek, bedrijfsleven én de maatschappij al jarenlang keuzes maken als het gaat om energie. Toen in februari dit jaar de oorlog in Oekraïne uitbrak, was dat voor Energie Beheer Nederland (EBN) aanleiding onderzoek te doen naar de ‘energiekeuzes’ van Nederlanders.
Een aantal conclusies:
- De prijs is verreweg het belangrijkste waar mensen op letten in het geval ze een nieuw contract zouden afsluiten voor energie. 83,1 procent van de ondervraagden selecteert in de eerste plaats hierop.
- Op de tweede plaats komt betrouwbaarheid van de levering (47,5 procent vindt dit belangrijk) en op plek 3 staat de mogelijkheid om de prijs vast te zetten voor bepaalde tijd (44,7 procent).
- Van de drie hierboven genoemde criteria wordt aan betaalbaarheid (rekening kunnen betalen) de meeste waarde gehecht. Ruim 66 procent vindt dit belangrijk tot zeer belangrijk.
- Betrouwbaarheid is voor 42,9 procent essentieel en staat op de tweede plek.
- Duurzaamheid vindt slechts 12,3 procent belangrijk.
- Ruim 81 procent verwacht dat de tarieven verder oplopen.